‘Zo amicaal als jij omgaat met ons personeel, dat kan echt niet. Ik wil dat je daarmee stopt.’
Na haar woorden neemt ze een eerste hap van het snelle bord pasta.
Hij zucht demonstratief en slaat veelbetekenend z’n ogen ten hemel. Hij stopt inderdaad. Zonder een woord te zeggen staat hij op en verdwijnt achter z’n laptop. Hij heeft al helemaal gegeten en gedronken.
Zijn onaangeroerde bord spaghetti staat als een stil protest op tafel.
Het lijkt duidelijk wat ze wil. En ze maakt er niet veel woorden aan vuil. Haar boodschap aan zijn adres bevat slechts 18 woorden. Heel kort en bondig, best efficiënt taalgebruik.
Bereikt ze met haar woorden wat ze wil?
Hoe groot schat je de kans dat hij rustig en zonder sarcasme zal antwoorden; ‘Och schatje, ja je hebt gelijk. Ik ben te amicaal. Ik zal er onmiddellijk mee stoppen.’
Verwijten en eisen leveren zelden op wat je wenst. Integendeel. Ze brengen irritatie, verwijdering en spanning. In de praktijk roept zo’n verwijtende en eisende zin meestal een van de volgende reacties op:
Zwijgen, terugtrekken en weglopen.
Verdedigen. ‘Hoezo, amicaal? Wat zeur je nou. Ik drink gewoon een biertje met hen na het werk. Daar is toch niets mis mee!’
De tegenaanval. ‘Ja hoor, alsof jij het zo goed doet. Nee onze personeelsleden zijn echt dol op jou, horendol! Ze lopen met een grote boog om je heen. Doe toch eens niet zo afstandelijk naar hen.’
Kleine ergernissen die zich opstapelen kunnen grote gevolgen hebben.
Zeker bij dit stel dat samen een bedrijf runt. Ze voelen zich allebei niet gehoord. Zij is niet in staat om te benoemen wat haar drijft. En zijn aandacht gaat vooral uit naar het verwijt zelf en niet naar wat haar drijft. Het is een verspilling van tijd en energie. Het verziekt de sfeer en hun samenwerking. Ze kunnen onmogelijk om elkaar heen. De irritaties stapelen zich op, tot het moment dat ze willen ontsnappen uit deze situatie. Maar ze weten niet hoe, het kan niet. Ze zitten immers aan elkaar vast op alle gebieden van hun leven.
Doemscenario? Helaas niet. Ik zie in mijn praktijk regelmatig dat het door schijnbaar kleine dingen op termijn mis kan lopen. Misloopt met de relatie, waardoor het mis kan lopen met het bedrijf.
Stel je eens voor… dat zij ondanks haar eigen gevoel oprecht interesse kan opbrengen voor de vraag waarom hij een biertje drinkt met het personeel. Dan horen we haar bijvoorbeeld zeggen; ‘Als ik zie dat je een biertje drinkt met het personeel word ik onrustig. Ik ben bang dat ze je gaan beschouwen als een vriend en niet als hun werkgever. Ik wil graag dat ze doen wat we van hen vragen zodat ons bedrijf goed loopt. Hoe zie jij dat?’
Stel je eens voor… dat hij probeert door haar verwijten heen te luisteren naar wat haar werkelijk drijft. Dan zou hij bijvoorbeeld op haar verwijtende woorden kunnen reageren met; ‘Ben je bang dat ze mij gaan beschouwen als een vriend en niet als hun werkgever? De reden dat ik een biertje met hen drink is dat ik graag plezierig met hen wil samenwerken. Ik wil dat ze zich betrokken voelen bij ons en ons bedrijf. Zodat ze ons helpen ons bedrijf goed te laten lopen. Kun je me volgen?’
Wat blijkt?
Ze worden allebei gedreven door het verlangen dat hun bedrijf goed loopt.
Daarin kunnen ze elkaar vinden. Wanneer ze met elkaar gaan praten vanuit dit gezamenlijke belang, loopt een gesprek over hun verschillende ideeën hoe ze dat denken te bereiken anders. Dan praten ze niet tegen, maar mét elkaar.
Het is niet altijd wat het lijkt als je verder kijkt…
Tips voor effectieve communicatie: • Vul niet zonder te checken in waarom de ander doet wat hij doet. • Onderzoek je ergernis. Wat vertelt het je over je verlangen? • Benoem je verlangen in positieve bewoordingen. Zo heb je meer kans dat de ander je kan horen. • Stel de ander een vraag vanuit wezenlijke interesse.
Comments